In Indonesië eet men veel halfrauwe groenten. Groenten die even in kokend water zijn ondergedompeld of die men bovenop de rijst enkele minuten heeft laten meestomen. Ze worden lalab genoemd. Erg lekker bij een rijsttafel of ewoon bij gebakken rijst en wat geroosterd varkensvlees of eend.
Schil de komkommer en maak er met de kaasschaaf linten van. Snijd de tomaat in plakken van 0,5 cm, snij de achterkant van de paksoy en snij de struik in stukken van ongeveer 15 cm.
Breng een pan water aan de kook. Rooster in een droge koekenpan de sesam. Pers de citroen uit. Meng in een kom de zoete ketjap met de helft van de citroen en 1 el olie. Doe er een snuf zout door. Roer goed door.
Meng in een andere kom de zoute ketjap met de rest van de citroensap 1 el olie de sambal en de knoflook uit de knoflookpers. Roer dit goed door.
Als het water aan de kook is doe je eerst de dikke stukken kool in de pan. Na 20 seconden de overige kool, komkommerlinten en de plakken tomaat erbij. Giet alles in een zeef en laat goed uitlekken.
Leg de tomaat op een bord en besprenkel met de zoute ketjap mix. Leg de komkommer en de kool op een ander bord en besprenkel met de zoete ketjap mix. Strooi hier de geroosterde sesam over.
We hebben allemaal wel eens een stuk stokbrood over. Dat overgebleven stokbrood leent zich prima voor een knoflookbroodje. Knoflookbrood is lekker bij soep of bij
